Bali

Ik zit al weer een paar dagen op Bali. De laatste mail was van de avond in Surabaya, 5 dagen geleden. Het avondeten in Surabaya was wel bijzonder. Zo nu en dan kies ik voor een vegetarisch restaurant. Dit was dat ook, maar in plaats van echte vegetarische gerechten hadden ze alles Ve-G: Ve-G ham, Ve-G krab, Ve-G kip enzovoorts. Ik ging uiteindelijk voor de Ve-G garnalen.

   

Van Surabaya ging ik met de trein naar Jember en van daar met een mini-busje naar Bondowoso. Bondowoso was een klein stadje, maar wel een verademing: rustig en netjes. Bijna overal waren trottoirs en er waren groenstroken, die keurig onderhouden waren.  De tour naar de vulkaan was bijzonder. We vertrokken om 4 uur ’s ochtends en om kwart
voor zeven waren we bij de vulkaan. Ik snap nog steeds niet waarom vakantie altijd inhoud dat je vroeg opstaat, maar in dit geval was het wel de moeite waard. De drie kilometer omhoog deed ik rustig aan. Ik kwam steeds mannen met manden met zwavel tegen, die naar beneden liepen. Ze droegen ongeveer 70 tot 60 kilo zwavel en deden dat twee keer op een dag. Ze kregen 600 ruppiah per kilo. In totaal zwoegen ze dus een hele dag voor 600x75x2 = IDR 90.000, zo’n 8 euro. Ter
vergelijk: theepluksters plukken per dag 40 kilo, krijgen 300 ruppiah per kilo (dus IDR 12.000, een euro per dag). Een ober in een restaurant kreeg 700.000 per maand (met zes dagen werken per week, dus zo’n IDR 27.000, zo’n 22,50 euro per dag).
Boven aan de kraterrand kon ik de zwavelmannen achterna naar beneden, tot aan de magma. Hier kwam werd de stoom door buizen geleid, waardoor de zwavel van 600 graden afkoelde naar 200 graden en vloeibaar werd. Als gesmolten suiker droop en druppelde het uit de pijpen, wat hele mooie beelden van roodgloeiende en afkoelend gele zwavel opleverde..
De route naar beneden was een minder groot succes: regen. En dan bedoel ik ook REGEN. Binnen 10 minuten was ik compleet doorweekt. Een plastic zakje redde mijn camera, maar de rest was nat. Het is niet koud, maar wel heel nat. Nadeel was dat de wasserettes in de stad alles met de hand doen en de zon als droger gebruiken, dus zij kregen de kleren ook niet sneller droog dan ik. De volgende morgen was alles wel zo’n beetje droog.

De route van Bondowoso via Jember naar Bali was niet heel handig. Er ging maar één fatsoenlijke trein per dag (als je bedenkt dat ik eerst minstens twee uur met de bus naar Jember moest en daarna nog verder) Het was de trein van kwart over 1, die zou om vier uur moeten aankomen, maar door een ongeluk op het traject werd dat ruim vijf uur.
In de schemering stond ik dus op de pont en in het donker kwam ik in Bali aan. Het busstation was verlaten, maar er stond een busje de goede kant op. Na een uur was er nog geen beweging in de bus. Reden: hij zou pas vertrekken als hij vol was. We zaten op dat moment op 4, nog tien erbij! Nou, dat ging ik dus niet doen. Ik regelde een motor (met tegenzin, want 30 km met rugzak achterop zag ik niet echt zitten, maar nog een eeuwigheid wachten ook niet). Toen ik mijn rugzak uit de
auto ging halen werd ineens iedereen wakker. Dat was niet de bedoeling. Voor hetzelfde geld als voor de motor en als de anderen ook wat meer betaalden konden we wel meteen vertrekken. Er bleken ook nog drie andere passagiers te zijn, dus met zevenen vertrokken we en ik betaalde 5 euro ipv 2.

     

Het hotel waar ik nu nog zit is fantastisch. Pieter, deze wil ik wel voor veldwerk (en het kan voor het standaard budget): mijn kamer is een halve bungalow, met een mooi groot bed. Aan de ene kant ligt een hoge berg en vanuit het restaurant kijk ik op zee uit. Keurig verzorgd, heel netjes en heel sfeervol.
      

Gisteren heb ik een tempel-tour gedaan. Ik deed de tempel die de naam geeft aan het dorpje waar ik nu zit (Permuteran), de apentempel, de tempel aan zee en twee tempels 50 km verder. Ik moest al naar de grote stad om te pinnen (dat kon niet in de buurt) dus heb ik maar meteen de tempels bezocht.

Vandaag ben ik met een lokale gids naar het nationale park geweest. Hij sprak slecht engels, maar zat goed in zijn soorten. We bezochten drie typen mangrove: major (in het water), minor (grootste deel van het jaar droge voeten) en evergreen mangrove (met zeewater in de ondiepe bodem tot zo’n 20 cm onder maaiveld.

Daarnaast bezochten we riviergebonden evergreen, bladverliezend moesson bos en een beetje evergreen rainforest. Ook bezochten we het reïntegratiecentrum voor de Bali Starlet, een zeldzame vogel, wit met blauwe ogen. Heel mooi. Verder zagen we een slangenarend, twee soorten ijsvogel en een paar neushoornvogels. Helaas allen te snel voor de foto. Jammer was dat het op het eind weer ging regenen. Leuke daarvan was dat doordat mijn douche die half buiten is, ik in de stromende regen een warme douche heb genomen.

Zo nu zit ik al weer een uur aan internet, dus ik ga eten. Morgen de bergen in.

Plaats een reactie